Wat weet ik nou van armoede?

Gepubliceerd op NieuwLicht (zomer 2020)

Ik doe mijn wekelijkse boodschappen voor ons gezin en gooi bijna argeloos de kar vol. In onze vroege huwelijksjaren was ons budget niet groot. Toch was er altijd een ouder die ons, als de maand weer eens te lang was voor ons geld, een briefje toestopte. Ik kan me herinneren dat ik tijdens mijn opleiding Social Work ook eens een column over het thema arm en rijk heb geschreven. ‘Van een dubbeltje naar een kwartje’ was de titel. Kwartjes en dubbeltjes hebben we allang niet meer, maar de vergelijking is nog altijd actueel. Ik ben nieuwsgierig naar wat onze jonge jaren met onze volwassen portemonnee doen. Kan je als ‘dubbeltje’ eenvoudig een ‘kwartje’ worden?

Ons gezin bestaat uit mijn man, ikzelf en drie kinderen. We zijn bijna tien jaar getrouwd en beiden komen we uit een gereformeerd nest. Ik studeerde nog en hij werkte net een paar jaar in vaste dienst. Met zijn salaris kocht hij een oud huis dat we in de jaren volledig hebben verbouwd tot een sfeervolle eengezinswoning. Het is ons niet helemaal komen aanwaaien, we hebben er hard voor gewerkt en de nodige opleidingen gevolgd. Toch ben ik de termen ‘hard werken’ en ‘beperkt budget’ anders gaan bekijken. De afgelopen jaren was ik coördinator bij stichting Present en heb ik menig gezin gezien zonder financieel vangnet. Eén van deze gezinnen zal ik nooit meer vergeten.

Een rommelende maag

Een alleenstaande moeder met drie kinderen kampte met ziekte en schulden. Een groep vrijwilligers zou haar komen helpen met klussen in verband met een recente verhuizing. De vloeren waren nog kaal, ze sliepen met matrassen op het beton. Ik zou bij hen op projectbezoek gaan om te inventariseren welke hulp er nodig was. De hele dag was ik al op pad. Mijn maag begon te rommelen en zonder na te denken pakte ik een appel uit mijn tas en nam een hap. Als vliegen op de stroop kwamen de meiden naar mij toegesneld en keken hongerig naar mijn tas: ‘Heb je misschien nog meer eten bij je?’. Mijn eerste gedachte was dat deze meiden niet echt waren opgevoed: ‘Dat vraag je toch niet aan een vreemde?’, maar snel begon het me te dagen. Ze hadden nog niets gegeten, voor weet ik veel hoe lang. ‘Honger’ kreeg ineens een hele andere lading en op dat moment huilde mijn hart.

In onze vroege huwelijksjaren was het voor mijn gevoel soms echt bikkelen, maar het verbleekt bij dit verhaal. Wat weet ik nou van armoede? Ik ben geboren als kwartje en met een beetje inspanning blijf ik een kwartje. Ik kon studeren, een huis kopen en heb nog altijd een vangnet. Nee, armoede is heel iets anders. Armoede is geen enkele oplossing hebben om aan geld te komen. Armoede is het ontbreken van een netwerk waaruit iemand je geld kan toestoppen. Armoede is geen kans op de arbeidsmarkt, omdat een opleiding niet tot de mogelijkheden behoort. Armoede is vaker dan eens opgroeien als dubbeltje en is als 0-1 achterstaan bij het begin van een wedstrijd. Bij nader inzien, maak er maar meteen 0-4 van.  

Van dubbeltje naar kwartje

Later heb nog menig traan om deze meiden gelaten en terwijl ik dit schrijf, schiet ik weer vol. Toch geloof ik dat een dubbeltje zeker wel een kwartje kan worden. Ik ben ontzettend blij dat de oudste dochter van dit gezin aan een mbo-opleiding is begonnen. Want een opleiding volgen, is één manier om uit de cirkel van armoede te stappen. Alleen wat blijft, is dat ze twee-en-een-half keer zo hard zal moeten werken om van een dubbeltje een kwartje te worden.